Het was een opvallend optreden dat de speculaties losmaakte over een eventuele kandidatuur voor het presidentschap. Wat een speech al niet kan doen.
Maar Oprah Winfrey’s Golden Globe-speech die zij in januari hield is ook een voorbeeldige les in overtuigend spreken. Zo kan ze zelfs de Amerikaanse presidentsverkiezingen winnen. Helaas, zou je bijna zeggen, want voor succesvol leiderschap is meer nodig. Wat niet wegneemt dat zo’n korte-termijnsucces waardevol kan zijn. Een serie leerpunten.
De sterke elementen van Oprah’s toespraak zijn legio:
- het is haar eigen verhaal, niet de tekst van een ander.
- ze betrekt haar publiek erbij, zowel de mensen in de zaal als de tv-kijkers: “…all the women who have…” en “They’re the women who’s names we’ll never know.”
- ze vertelt een relevant persoonlijk verhaal: hoe ze in 1964 als klein meisje, ‘sitting on the linoleum floor’, zag hoe Sydney Poitier als eerste zwarte man een Oscar won. De frase met de linoleum vloer schetst in vijf woorden een zeer krachtig beeld: het detail is een essentieel onderdeel van storytelling.
- ze trekt de anekdote door naar het heden: Ik ben me ervan bewust dat er nu kleine meisjes kijken…
- de brug naar haar hoofdonderwerp, seksueel misbruik, is opnieuw een menselijk verhaal: over de in 1944 door zes blanke mannen verkrachte Recy Taylor, die net voor het begin van 2018 was overleden, zonder dat haar ooit recht was gedaan.
- de hele toespraak is een oproep tot actie, maar alleen impliciet; nergens zegt ze wat iemand zou ‘moeten’ doen. Niemand hoeft zich onder druk gezet te voelen.
- het gebruik van een groot aantal retorische stijlmiddelen. Bijvoorbeeld het tricolon of drieslag: … the incredible men and women who have inspired me, who challenged me, who sustained me… En zowel epiforen (“They are domestic workers and farm workers.”) als anaforen (“They are working in factories and they work in restaurants…”).
Hoewel het houden van meeslepende toespraken een groot pluspunt kan zijn, is er meer nodig voor succesvol leiderschap. Oprah for president – ze heeft de ambitie zelfs inmiddels ontkend – mag dan in de media een populair thema zijn, het is maar de vraag of ze het veel beter zou doen dan het zelfverklaarde stabiele genie Donald Trump. Winfrey is donker en een vrouw, en in sommige kringen zijn dat pluspunten, maar huidskleur en geslacht bepalen niet iemands geschiktheid.
Rijk, beroemd, politiek onervaren
Er zijn veel overeenkomsten tussen beiden: rijk, beroemd, een grote schare fans, geen ervaring in de politiek en het openbaar bestuur. Vooral dat laatste is vaak aangevoerd om Trump te desavoueren door dezelfde mensen die nu Winfrey op het schild hijsen. Maar het is gek dat iemands competenties er blijkbaar niet toe doen. Dat lijkt toch een zorgelijk puntje voor de aanhangers van democratie. En het leert ons dat hoe populairder een leider is, hoe belangrijker het is dat hij of zij tegenspraak organiseert.
Overigens zijn Amerikanen ook niet blind voor dit soort dingen. Een enquête van radiozender NPR laat zien dat twee derde van de ondervraagden een positief beeld heeft van Oprah Winfrey, maar slechts een derde vindt dat ze mee moet doen aan de verkiezingen in 2020. Mochten ze echter moeten kiezen tussen Trump en Winfrey, dan maakt de laatste duidelijk meer kans.
Flinke scheut optimisme
Oprah en Donald hebben nog meer gemeen dan rijkdom en roem, namelijk dat ze in hun toespraken een flinke scheut optimisme doen. Beiden schetsen een perspectief. Trump belooft banen, en trots (“America great again”). Winfrey zag ‘a new day on the horizon’. En ze is zorgvuldig in het meenemen van zowel vrouwen als mannen. Want als die dag eindelijk aanbreekt, “…it will be because of a lot of magnificent women and some pretty phenomenal men are fighting hard to make sure that they become the leaders who take us to the time when nobody ever has to say ‘Me Too’ again.”
De timing was perfect, de staande ovatie natuurlijk terecht; op dat moment, op die plek, voor die mensen.