Krachtige woorden, stellige uitspraken, goed gearticuleerd en op luide toon leverden Donald Trump het presidentschap. Campagnetaal is ongeschikt voor stakeholdermanagement.
Weinig Nederlanders voelen veel sympathie voor Donald Trump. Onze collectieve antipathie wortelt in ieder geval deels in de communicatiestijl van ‘The Donald’. Zijn uitspraken zijn zonder uitzondering gegoten in krachtige, korte zinnen. En als het punt wat extra aandacht verdient, wordt er herhaald. En herhaald. En herhaald. Het ‘really, really, (really) great….(zelf in te vullen)’, is aan hyperinflatie onderhevig sinds Trump de allermachtigste man ter wereld is. Alles wat hij doet is superbelangrijk. Of super superbelangrijk. In dat hyperbolisch universum – waarin hij de grootste, de beste de sterkste, de virielste en slimste is – is er voor relativering geen plaats. Niet voor zelfrelativering, niet voor de relativering van de importantie van zijn acties en niet voor het loodzware gewicht van zijn opinies.
Zijn directe Twitter-communicatie onderstreept onophoudelijk zijn positionering als ultieme alfa-man met het grote gelijk permanent aan zijn zijde. Zijn zakelijk succes is het bewijs. Zijn uitverkiezing tot POTUS is bewijs. Zijn really, really great wife is het accessoirisch bewijs.
Met gezwollen campagnetaal won hij de verkiezingen. Maar door in hetzelfde register te blijven communiceren loopt hij het gevaar zijn presidentschap te verliezen. Door op de man te twitteren kreeg de ontslagen FBI-directeur James Comey een nog groter podium dan hij anders zou hebben gekregen.
Campagnetaal maakt kwetsbaar
Trumps gekoesterde profiel als Bokito van buiten die Washington en de wereld de onbetwistbare waarheid toont en en passant alles even fixet, keert zich steeds meer tegen hem. Het gebruikt nog altijd de taal die paste bij de really, really steep uphill battle van zijn campagne.
‘The Donald’ wekte verwachtingen aan het uiterste eind van het spectrum van geloofwaardigheid, maar lost die logischerwijze niet (allemaal) in. Dat is het verschil tussen het schetsen van een Amerikaanse ambitie en de weerbarstiger realiteit van de complexe verhoudingen in Washington. Bij die werkelijkheid past een andere toonhoogte, een andere woordkeus en een andere articulatie. De hele wereld – mijzelf incluis – verwachtte dat hij als president zijn stijl van communicatie en formuleringen zou aanpassen aan de noodzaak de verwachtingen te managen en stakeholders in politiek, zakenleven en samenleving te bedienen. In plaats daarvan worden triviale prestaties tot lyrisch bezongen en tot heroïek verheven. Communicatie op anabole steroïden. Trump blijft hangen in campagnecommunicatie.
De trits schandalen en schandaaltjes ondergraven Trumps positie. Zolang The Donald communiceert vanuit zijn eigen onfeilbaarheid, zijn waarheid onbetwistbaar is en zijn acties per definitie really really great zijn, jaagt hij bestaande en potentiële bondgenoten in de gordijnen. Hij maakt het zijn talrijke opponenten heel gemakkelijk wiggen te drijven in zijn tijdens de campagnes bijeengesprokkelde achterban. Als Donald Trump zijn taal alsnog aanpast aan de werkelijkheid waarin hij – als machtigste man van de wereld – gewoon steun van verschillende stakeholders moet verdienen, vergroot hij zijn eigen slagkracht.