Hoewel de ooit verplichte termijn van 41 dagen al zestien jaar geleden is losgelaten, verloopt de vorming van een nieuw college in de meeste gemeenten snel en soepel. Bijna overal lopen de wethouders zich al warm. Het gaat een stuk voortvarender dan bij kabinetsformaties. Dat is dankzij goede politieke verhoudingen en een zeer beperkte inbreng van lobbyisten. Maar is dat allemaal wel zo positief?

Voor de invoering van de dualiseringswetgeving in 2002 moest een college van burgemeester en wethouders in 41 dagen na de verkiezingen zijn gevormd. Dat was een vreemde en nogal paternalistische wettelijke termijn, die niet meer past bij de moderne kijk op decentrale overheden. Nu mogen gemeenten het zelf uitmaken, en het loopt meestal nog steeds voortvarend.

Hardnekkige misverstanden

Uitzonderingen zijn er altijd geweest. Verziekte politieke verhoudingen liggen daar vrijwel altijd ten grondslag aan. Landelijk komen die probleemgevallen in het nieuws, zoals nu in Den Helder. Daardoor zou je de indruk kunnen krijgen dat het vaak een zooitje is met gemeentelijke coalitievorming. Maar dat is onjuist, zoals er nog wel meer misverstanden hardnekkig voortleven:

lobby stadhuis Leiden
 

Enorme lobbydruk

Behalve het ontbreken van grote ideologische obstakels heeft het lokaal bestuur nog een voordeel ten opzichte van de landelijke praktijk: de afwezigheid van een enorme lobbydruk. Op het Binnenhof vragen brieven, e-mails en beroepsmatige lobbyisten permanent en zeer indringend om aandacht. Dat is logisch, want het werkt, zoals we zien aan het afschaffen van de dividendbelasting.

Op dit gebied is lokaal voor belangenbehartigers nog een wereld te winnen. Contacten zijn er uiteraard altijd wel, maar de formele input van wensen en meningen dient zich vooral aan tijdens het schrijven van de lokale verkiezingsprogramma’s. De onderhandelaars bij de collegevorming worden bij hun zegenrijke werk grotendeels met rust gelaten.

Alle input openbaar

Dat helpt de collegevorming aan tijdwinst. Maar ons politieke bestuur is zeker niet alleen gebaat bij een effectief proces. Een brede inbreng en duidelijkheid over de daaruit volgende keuzes zijn waarschijnlijk zelfs belangrijker. Daarom is er veel voor te zeggen als lokale (en regionale) belangengroepen zich wat meer verdiepen in hoe je goed kunt lobbyen. Nuttige tips daarvoor staan in een document van Sociaal Werk Nederland.

Om de kwalijke kanten van het internationale en nationale lobbywerk te voorkomen, is het dan wel raadzaam dat alle input openbaar is. En dat vervolgens de onderhandelaars verantwoording afleggen over wat ze ermee hebben gedaan. Zo levert lokaal lobbyen een win-winsituatie op. Ook als het vormen van een college daardoor wat langer duurt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *