Leiden, Haarlem, Breda. In tal van steden maakt de gemeenteraad zich zorgen over de lokale journalistiek. Er is discussie over subsidies. Wellicht te rechtvaardigen met het argument dat democratie zijn ‘waakhond’ nodig heeft. Maar kan de lokale journalistiek zichzelf dan niet bedruipen? Als het daarom gaat, komt er goed nieuws uit Noorwegen.
Het gaat slecht met de lokale en regionale journalistiek. Dagbladen sterven uit, huis-aan-huisbladen zieltogen, omroepen worden afgeknepen. Minder abonnees en advertenties zorgen voor rode cijfers. Wat er nog rondloopt aan ‘journalisten’ bestaat voor het merendeel uit vrijwilligers die berichten schrijven over sport, ongelukken en festiviteiten. De lokale politiek heeft ‘vrij spel’.
Dat lijkt wellicht fijn voor de lokale politiek, maar politici van alle pluimage beseffen dat democratie ‘checks and balances’ nodig heeft. En dus komen er serieuze voorstellen om te gaan subsidiëren. De burgemeesters van Haarlem, Hilversum en Haarlemmermede trekken samen op om bij de Telegraaf Media Groep te pleiten voor het behoud van de daar uitgegeven regionale kranten.
Zelfs staatssecretaris Dekker, die over de media gaat, zegt lokale journalistiek belangrijk te vinden voor het functioneren van de democratie. Tegelijk huldigt hij het neoliberale standpunt dat zoiets hoort te bestaan zonder subsidie. Gemeenten moeten volgens hem wel budget uittrekken voor pr, maar niet voor journalistiek. Waarom de overheid wel geld kan steken in landelijke publieke-omroepjournalistiek en niet in lokale publieke pers, is niet heel duidelijk.
Los van die ideologische discussie over de rol van de overheid speelt al lang de vraag naar nieuwe verdienmodellen voor de journalistiek. Verslaggevers die onderzoek doen, de goede vragen stellen en vervolgens een boeiend verhaal schrijven, kosten geld. Het idee ‘papier is dood’ is twee decennia lang vaak gevolgd door de kreet ‘op internet betaal je niet voor nieuws’.
Papier blijkt levensvatbaarder dan gedacht, en betalen op internet is helemaal niet gek meer. Overal in de wereld weten uitgevers steeds beter geld te verdienen. Een voorbeeld is Amedia in Noorwegen. Het mediaconcern heeft in 2013 het roer omgegooid en vol ingezet op online publicatie van goede journalistieke verhalen over lokale onderwerpen. Er zijn nu ruim een half miljoen betalende gebruikers – een tiende van de Noorse bevolking – en er komen elke week 400 bij.
De ervaring bij Amedia is dat het lezers niet gaat om de opgewonden berichten met zijn rellerige koppen (clickbaits). Die leveren inderdaad clicks op, maar worden nauwelijks gelezen, en ervoor betalen wil niemand. Het zijn de degelijke journalistieke verhalen waar mensen op af komen en die voor hen reden zijn een abonnement te nemen. Ouderwetse journalistieke storytelling blijkt weer goed geld op te leveren. Dat is ook interessant voor andere bedrijven dan uitgevers: mensen vinden goed geschreven, geloofwaardige verhalen waardevol. Zoals op het platform Topvrouwatwork.nl.