De coronacrisis kent weinig winnaars, maar voor de feiten is het een fijne tijd. Ze zijn terug van weggeweest.

Lang geleden, toen alles nog gewoon was, leek de wetenschap gereduceerd tot “ook maar een mening”. En iedere mening was dankzij social media evenveel waard. Ook leerling-journalisten en de bakker om de hoek werden opeens op ieder onderwerp opinion leader. Met een comfortabel plekje langs de zijlijn.

Het drong zelfs door tot de politiek. Herinnert u zich nog dat een serieuze middenpartij als het CDA ten aanval trok tegen het RIVM en zijn methodiek om stikstofuitstoot te berekenen? Met behulp van een boerenlobbyclub die zijn eigen grandioos verkeerde berekeningen gebruikte om de feiten te ondergraven? Feitenvrije politiek werd populair.

Kijk nu eens. De Tweede Kamer hangt aan de lippen van RIVM-directeur Van Dissel bij een ‘technische briefing” waar hij de feiten toelicht. Premie Rutte verwijst bij ieder besluit dat de regering neemt om de virusverspreiding te beteugelen naar de experts van het RIVM. Die gebruiken complexe computermodellen en datasets uit de hele wereld om te berekenen wat verstandig beleid is. De overgrote meerderheid houdt zich eraan, want de feiten spreken voor zich. Heel Nederland wacht dagelijks op de data om te zien of het helpt. We vergelijken ze met statistiek uit andere landen. In menig huishouden kijken we gespannen of flattening the curve begint te werken. Een paar weken geleden wisten we nog niet wat het was.

Het kan aan mij liggen, maar ik heb de indruk dat de meninkjesterreur op social media wat van zijn glans begint te verliezen. Ik zie mensen op Twitter stiller worden. Of wanhopiger. Onzin lijkt ook vaker te worden tegengesproken of gecorrigeerd door mensen die de feiten wel in ere houden. En er is een run op informatie van de professionele journalistiek – al blijven er mensen klagen dat ze moeten betalen voor iets wat geld kost om te maken.

Een positieve ontwikkeling. Want wat doet het ertoe wat een zelfverklaarde opinion leader van het beleid vindt? Er worden in de opwinding van het eigen gelijk nog wel eens artikelen bijgesleept van overzeese dokters of pseudowetenschappers die iets anders vinden. Of buitenlandse vergelijkingen gemaakt om Nederlandse maatregelen in een slecht daglicht te stellen – “In Albanië doen ze het heel anders!”

Tsja. Doe mij maar het RIVM en zijn feiten die een beetje houvast bieden. Zelfs politici die een slaatje proberen te slaan uit de nationale onzekerheid, gebruiken de cijfers om “meer, meer” te eisen (in plaats van “minder, minder” zoals vroeger).

Zal het beklijven als we straks weer worden buitengelaten? Niemand die het kan voorspellen. Wat het hopelijk wel doet, is dat we in onze communicatie-uitingen altijd de feiten centraal zetten. Zonder overdrijving of opwinding, op een toon die de feitelijke waarheid recht doet. Zonder wilde framing die de feiten doet verbleken. Zonder de feiten in een kwaad daglicht te stellen en jezelf te overschreeuwen met twee of meer uitroeptekens.  En als de feiten niet eenduidig zijn of voor het moment geen zekerheid bieden, is het ook goed om dát feit te melden.

Dat is natuurlijk sowieso goede communicatie. Laten we ernaar terugkeren. Want we zien nu meer dan ooit wat “alternatieve feiten” kunnen aanrichten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *