De Europese Unie wordt bedreigd: Trump, Rusland, Brexit, vluchtelingen, je zou er somber van kunnen worden. Het paradoxale daarvan is dat het Europa sterker zal maken. De Europese samenwerking is al 66 jaar vooral een succesverhaal. Alleen spoort dat niet met het beeld dat velen hebben. Maar ‘Brussel’ wordt steeds belangrijker.
Op 23 juli 1952 is de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal opgericht. Er liggen ongekend idealistische motieven aan ten grondslag: vrede, voorspoed en voedsel. Sindsdien rijgen de successen zich aaneen. Die drie v’s zijn zonder meer bereikt, zodanig dat ze macro gezien totaal vanzelfsprekend zijn. De interne markt en de gezamenlijke munt functioneren prima. Het deels afschaffen van grenscontroles maakt reizen eenvoudig. Iedereen profiteert van de liberalisering van de communicatie. Bescherming van onze privacy? Europa loopt voorop. Er zijn voorbeelden te over.
Vreemd genoeg is het heersende beeld van de EU de laatste twee decennia sterk gekanteld. Veel mensen zien de Unie als een bureaucratische moloch. ‘Brussel’ is duur, in zichzelf gekeerd en voert idiote regels in, denken velen. In het algemeen is dat aantoonbare onzin, maar incidenten beheersen het nieuws. Het sterkst zie je dat in Groot-Brittannië, waar de populaire kranten permanent aan stemmingmakerij tegen Europa doen. Dat heeft enorme invloed op de beeldvorming, met als gevolg dat een kleine meerderheid van de bevolking ervoor kiest de EU te verlaten.
Het nut van de Brexit
Die Brexit lijkt een grote bedreiging voor Europa, maar zal zich waarschijnlijk manifesteren als een blessing in disguise. Bijna elke dag is er een nieuw voorbeeld van hoe schadelijk deze stap voor de Britten zal zijn. Inmiddels koerst premier May af op een akkoord met als hoofddoel om nog zoveel als mogelijk van ‘Europa’ te behouden. Isolation is niet splendid meer, ontdekken ze nu; Engeland kan het zich in feite niet veroorloven. Het is een actuele waarschuwing voor anderen: een exit heeft gewoon te veel nadelen.
Immigratie uit Afrika en het Midden-Oosten vormt inderdaad een serieus probleem. Onze successen op het gebied van vrede, voorspoed en voedsel lonken nu eenmaal. Maar het is een universeel vraagstuk, waarop alleen een gezamenlijk Europa een realistische reactie kan bepalen. En overigens zijn dit soort issues van alle tijden. Toen halverwege de negentiende eeuw massaal katholieke Ieren en Duitsers naar de onvolprezen liberale VS probeerden te emigreren, richtten militante protestanten populistische en soms gewelddadige bewegingen op. Zij voelden zich ernstig bedreigd in hun identiteit. Het is allemaal goedgekomen.
De EU of despotisme
Overal zien we sterke leiders opkomen: Poetin, Erdogan, Xi Jinping. Mannen die hun macht uitbreiden en agenda’s hebben die evenwichten in de wereld aantasten. Europeanen kiezen in grote meerderheid nog steeds voor stabiliteit en democratie, niet voor despoten. Maar tegenwicht bieden aan andere wereldspelers kan uitsluitend een sterke, eensgezinde Europese Unie.
Die noodzakelijke eensgezindheid wordt ook bevorderd door Donald Trump. Nog maar kort geleden was de VS onze beste vriend, overigens vanuit berekenende politieke en economische motieven. De huidige president heeft openlijk gezegd dat hij de EU het liefst uiteen ziet vallen. Hij begint handelsoorlogen en is bezig de NAVO op te blazen. Zijn recente aanvallen op de Europese partners in dit verbond zijn ongekend. Europa moet daarop verstandige maar ook krachtige antwoorden formuleren. Het ‘no’ van premier Rutte is een goed begin.
De staatsman Rutte
Er zijn dus tal van redenen om een sterk, verenigd Europa te propageren, al is het maar vanuit een welbegrepen eigenbelang. De interne anti-Europese tendensen van de laatste decennia beginnen dan ook af te nemen. Premier Rutte is vele jaren als een euroscepticus gezien, maar heeft dit jaar in Berlijn en voor het Europees Parlement onvervalst pro-Europese redes gehouden. Om de klimaat- en de veiligheidsproblemen aan te pakken, wil hij méér Europa. Hij vindt dat onze kernwaarden binnen de EU moeten gedijen.
Deze opmerkelijke koerswijziging is in de Nederlandse media buitengewoon onderkoeld gebracht. Maar het toont Rutte als staatsman in plaats van als VVD-politicus die populaire sentimenten bevestigt om kiezers te behagen. De Nederlandse premier heeft precies laten zien hoe de negatieve beeldvorming over de EU kan worden omgezet in een positieve bijdrage aan de reputatie ervan. Daar kan mening regeringsleider een voorbeeld aan nemen: niet Brussel de schuld te geven van alles wat mis gaat, maar de unie aanwijzen als onze gezamenlijke verdedigingslinie tegen wat ons bedreigt.
Die kernwaarden staan overigens ook binnen de Europese Unie soms onder druk. Vooral Oost-Europese landen nemen er geregeld in woord en daad afstand van, zoals recent Roemenië met het ontslag van de hoogste corruptiebestrijder. De Europese Commissie heeft in het conflict met Polen getoond de westerse kernwaarden voluit te willen verdedigen. Dat is nodig en hoopgevend.
En ook bij de bevolking neemt de waardering voor de Europese Unie weer toe. Gemiddeld heeft 33% van de burgers vertrouwen in de EU, een getal dat stijgende is. Het vertrouwen in nationale regeringen ligt op 27%. Niettemin is aan de beeldvorming nog veel te verbeteren. Moderne communicatievormen zijn daarvoor uitermate geschikt, maar worden nog weinig of ongericht ingezet.
Beïnvloeding in Brussel
De conclusie is dat het goed gaat met de EU, en dat het belang ervan de komende jaren zal toenemen. Brussel is the place to be voor wie invloed wil hebben op de grote beleidskwesties van deze tijd, maar ook op tal van concrete afspraken en regelingen die zullen ontstaan. Om die redenen heeft Hague sinds enige tijd een kantoor in Brussel. Want beïnvloeden doe je waar de macht zit.