15 april 2024

JP Colenbrander

Om grensoverschrijdend vervoer per trein te stimuleren moeten we eerst een aantal wissels omzetten

Nu Nederland aan de vooravond van een nieuw kabinet staat en de politieke agenda andere vormen en richtingen zal aannemen, vragen wij ons af: liggen we nog steeds op koers om de reiziger in 2030 in de trein te krijgen en groen en duurzaam vervoer in Europa te stimuleren? De vraag komt op een moment van tal van problemen op het spoor waaronder een tekort aan treinpersoneel, het gebrek aan een integraal Europees treinticketsysteem, verouderde spoorinfrastructuur en stijgende prijzen van treintickets.

In dit blog gaan we in op de huidige status van het (internationale) treinverkeer en de obstakels die de sector op haar weg vindt. En we leggen uit hoe de trein een volwaardig alternatief voor korteafstandsvluchten kan worden.

In 2017 werd nog nauwelijks aandacht besteed aan duurzaam vervoer in het regeerakkoord, maar in de jaren daarna nam de aandacht voor alternatieven voor het vliegtuig en de auto rap toe. In 2018 nam Eurostar de directe treinverbinding tussen Londen en Amsterdam in gebruik. Een jaar later werden de ambities en doelen van coalitie ‘Anders Reizen’ opgenomen in het Klimaatakkoord. Gebeurtenissen die breed gesteund werden door politiek en bedrijfsleven.

Na een ruwe onderbreking van de ingezette verduurzaming door de coronacrisis sprak de coalitie in 2022 opnieuw ambitie uit: internationale treinverbindingen moesten worden verbeterd om Nederland duurzaam te verbinden. Het mocht niet baten. De huidige status van internationaal treinverkeer is niet voldoende om een massale gedragsverandering naar de trein in te zetten. In 2023 waren er meer vertragingen op internationale trajecten, de herstelwerkzaamheden aan treininfrastructuur namen toe en de betaalbaarheid en beschikbaarheid van treintickets verslechterden.

Knelpunten

Om reizigers in de trein te krijgen is een gedragsverandering nodig. Reizigers willen best per trein reizen als dit meer voordelen biedt dan andere vervoersmiddelen, ongeacht of het een zakenreis, familiebezoek of vakantie is.  In de praktijk zijn deze beperkt. Factoren die hierin meespelen zijn concurrerende ticketprijzen, beschikbaarheid van stoelen, comfort zoals werken in de trein en een betrouwbare dienstregeling. Vervoerders zijn verantwoordelijk voor de prijs en toegankelijkheid. De publieke sector en politiek zijn belast met het creëren van goede randvoorwaarden, stabiliteit en duidelijkheid voor de vervoerssector. In het geval van de Nederlandse Spoorwegen werd in 2023 pijnlijk duidelijk dat het nog niet lukt om deze voordelen te bieden. De ticketprijzen moeten omhoog door een gebrek aan zitplaatsen in de piekuren, er is onvoldoende personeel om de trein te bedienen en schoon te houden. Iedereen die in 2023 de trein als vervoersmiddel heeft gebruikt, weet hoe vaak treinen vertraagd zijn of helemaal niet rijden.

Om deze problemen op te lossen is politiek coherent beleid nodig op het gebied van:

Goede binnenlandse verbindingen naar internationale knooppunten: Als je niet binnen een straal van 15 km van een centraal station woont, ben je afhankelijk van een boemeltje dat eens per uur naar een groter station rijdt. De grotere internationale reis beginnen per trein is dan riskant, waardoor de voorkeur uitgaat naar vliegen. De politiek zou meer moeten investeren in last-mile oplossingen, om duurzame manieren van transport uit te breiden naar het bredere publiek.

Een betaalbare en efficiënte trein: Internationale zakenreizigers willen snel en efficiënt reizen. Bovendien worden treinkaartjes steeds duurder door schaarste van stoelen in internationale treinen. Ook is er geen one-stop-shop die tickets van verschillende Europese spoorvervoerders aanbiedt.

Een goed investeringsklimaat: De economische voorwaarden voor luchtvaartmaatschappijen en spoorwegexploitanten zijn niet gelijk ondanks het feit dat treinen milieuvriendelijker zijn. Van politici wordt verwacht dat ze omstandigheden creëren die de internationale trein laat concurreren met de luchtvaart. Maar als het erop aankomt durven ze de moeilijke politieke keuze niet aan (zoals een nieuw BTW systeem voor vliegtickets).  Plannen zoals Ten-T (zie afbeelding) zijn ambitieus maar de uitrol gaat traag. Dit hindert het concurrentievermogen van grensoverschrijdende treinroutes.

Overheden zouden ook verdere samenwerking tussen trein- en luchtvaartmaatschappijen kunnen ondersteunen om duurzaam vervoer te bevorderen. Door de naadloze integratie van reisdiensten (langeafstandsvluchten met betere grensoverschrijdende treinverbindingen in Europa) kunnen reizigers kiezen tussen verschillende vormen voor optimale efficiëntie en minder CO2-uitstoot. Deze samenwerking kan zich vertalen in gedeelde middelen en infrastructuur, wat uiteindelijk de ontwikkeling van milieuvriendelijke reisopties bevordert. 

Niemand zal ontkennen dat een betaalbare en stipte trein een aangenaam vervoermiddel is. Het comfort van op de trein springen, van het ene centraal station naar het andere, en aankomen in het kloppend hart van een metropool, op een manier die de CO2-uitstoot helpt te verminderen, is enorm waardevol. Toch is er nog veel te doen om reizigers te overtuigen.

Momenteel werkt de demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan ‘bouwstenen’ voor internationaal spoorvervoer. Een nieuw kabinet zal hierover beslissen. Naar onze mening moet de Internationale Spoorstrategie zich richten op meer samenwerking met buurlanden, samenhang in Europees beleid (dus niet alleen maar focussen op binnenlandse lijnen), en een bijdrage leveren aan het Europese spoornetwerk. Daarvoor zijn voldoende financiële middelen nodig en meer samenwerking tussen de publieke en private sector.

 

Deel deze resource
15 april 2024

JP Colenbrander

Hague corporate affairs logo

Ontvang de laatste insights

Of volg ons