Pourquoi Paris?

Het moet een imposante lunch zijn geweest voor een aantal verse Nederlandse ministers. De grandeur van het Elysée, het presidentieel werkpaleis in Parijs, de president van de République zelf aan tafel, vijf Franse ministers – dat is aanzitten bij het grote werk in Europa. Premier Rutte bracht in maart vijf ministers mee naar de Frans-Nederlandse werklunch. Menu onbekend, maar vast beter dan het broodje kaas op het Haagse ministerie.

Het was een klein, maar veelzeggend berichtje in de marge van het grote nieuws. Tot nu toe had het Nederlands kabinet dergelijke topontmoetingen alleen met Duitse en Italiaanse collega’s. Dat we nu ook mogen aanschuiven bij de Fransen – een gezamenlijk initiatief van president Macron en premier Rutte – tekent de steeds inniger band tussen Frankrijk en Nederland sinds de panelen in Europa zijn gaan schuiven na de Brexit.

Waarom is Hague een kantoor in Parijs begonnen? Het is een vraag die ik vaak krijg. Wat moet je daar nou? Want vooroordelen te over als Frankrijk ter sprake komt – ondoordringbaar land, hautain, gesloten bedrijfsleven een onbegrijpelijk politiek systeem gedomineerd door de hofhouding van het Elysée. Nog niet zo gek lang geleden verwoordde een vice-premier het platte Nederlandse sentiment met de woorden: “Frankrijk is een mooi land, jammer dat er Fransen wonen”. Vice versa was het ook niet altijd even positief. Zo noemde de grote Franse schrijver Voltaire Nederland het land van canaux, canards et canaille (kanalen, eenden en gepeupel).

Die tijd is wel voorbij. Nu onze natuurlijke bondgenoot Groot-Brittanië de EU heeft verlaten, moet Nederland nieuwe vrienden zoeken. Rutte zocht steun bij andere kleine landen in de informele Hanze-coalitie met Ierland, Finland en Baltische landen. Maar uiteindelijk moet ook Nederland erkennen dat het in Europa draait om de Frans-Duitse as. En sinds het vertrek van bondskanselier Merkel is president Macron de drijvende kracht. Daar kun je maar beter bij horen, als klein landje.

Ook het Nederlands bedrijfsleven weet Frankrijk, een van onze grootste handelspartners, steeds beter te vinden. Of het nu high tech, landbouw, defensie of energie is – op vele terreinen biedt samenwerking met de Fransen kansen voor Nederland. Daar is wel een brug tussen twee zeer verschillende culturen bij nodig. En die brug wil ons lokale kantoor in Parijs zijn. Met expertise en ervaring van twee Françaises en senior adviseurs, Sandrine Lauret en Marion Banide, met de voormalige Nederlandse ambassadeur in Parijs Ed Kronenburg en de oud-generaal van de Franse luchtmacht Stéphane Abrial, die de Franse politiek en ambtenarij van binnenuit kennen. De eerste Nederlandse bedrijven hebben via Hague de weg naar Parijs al gevonden, en ik verwacht dat er vele zullen volgen.

Voilá pourquoi.

Peter ter Horst